Om invulling te geven aan onze ambities op het gebied van bedrijfsvoering hebben wij in 2017 onder andere gewerkt aan onderstaande activiteiten.

Digitalisering

Informatiemanagement
De ambitie van de provincie Noord-Holland is om te groeien naar een hoger volwassenheidsniveau op het terrein van informatievoorziening en ICT. De ambities zijn in 2016 neergelegd in het Concern Informatie Plan 2016-2020 (het CIP). In 2017 zijn ze opgenomen in de Toekomstagenda “Samen Noord-Holland”.
Er is in 2017 een begin gemaakt met de enterprisearchitectuur met uitgangspunten voor ons IT-landschap. Toekomstige projecten zullen worden uitgevoerd binnen de in de architectuur afgesproken kaders en randvoorwaarden zodat “interoperabiliteit” ontstaat en systemen gemakkelijker aan elkaar kunnen worden gekopppeld. De eerste projectstartarchitectuur die hieraan invulling geeft op het terrein van document management is eind 2017 gereed gekomen binnen het programma Optimaal Digitaal.
Om de doelen van de Informatieagenda te bereiken en meer focus te krijgen in onze projecten en meer grip op onze investeringen zijn in 2017 5 programma’s opgestart die elk invulling geven aan één van de I-ambities uit het CIP en de Toekomstagenda. Dit zijn de programma’s Het Nieuwe Technische Fundament, de Digitale Provincie, Samen Dataexcellent, Bedrijfsvoering op zijn Best en het IV-Huis op orde. Inmiddels zijn 4 van de 5 programma’s bezig met de uitvoering van projecten ten einde de ambities tot uitvoering te brengen.
Geleidelijk worden beleidsuitgangspunten op het terrein van informatievoorziening en digitalisering uitgeschreven en ten uitvoer gebracht. Het afgelopen jaar zijn onder andere beleidsuitgangspunten vastgelegd op het terrein van privacy en informatiebeveiliging en op het terrein van werkplekautomatisering en het gebruik van apparaten die eigendom zijn van de provincie Noord-Holland.
Er is gewerkt aan het verder professionaliseren van het portfoliomanagementproces binnen de provincie. Rapportageformats zijn aangepast, de rankingmethode, waarmee projecten worden geprioriteerd en budgetten worden toegekend, is aangepast en de betrokken functionarissen hebben de opleiding “Management of portfolio’s” gevolgd.
Informatiebeveiliging
Het beleid op het gebied van informatiebeveiliging en privacy is het afgelopen jaar vastgelegd en operationeel gemaakt via zogenaamde “zakboekjes”. In deze zakboekjes worden specifieke risicoterreinen op het gebied van informatiebeveiliging benoemd, uitgelegd en toepasbaar gemaakt voor de medewerkers. Er is een werkproces ingericht voor de afhandeling van meldingen op het gebied van (informatie)beveiliging en privacy waar o.a. een meldingenprotocol en een meldpunt onderdeel van zijn. En er is een privacyreglement opgesteld voor de provincie.
Naast deze meer beleidsmatige onderwerpen is er veel aandacht gegeven aan “bewustwording”. Ondermeer zijn enkele zogenaamde “phishingmails” uitgezet. Vooral bij de laatste (in december) is een flinke verbetering te zien in het bewustzijn van mensen ten aanzien van beveiligingsrisico’s. Er zijn geen grote beveiligingsincicenten geweest. Wel zijn er enkele kleinere incidenten geweest. Deze zijn indien nodig gemeld en benodigde acties zijn ondernomen. De provincie heeft inmiddels eigen capaciteit op het gebied van informatiebeveiliging en privacy; de externe inhuur op deze terreinen zal worden afgebouwd.
Sourcing
In het kader van het naderende einde van de contractduur van het beheercontract met Fujitsu, oktober 2019, is de provincie Noord-Holland gestart met het vormen van visie en strategie op sourcing. Hiermee willen wij ons voorbereiden op een kwalitatief beter en efficiënter ingericht beheer van onze ICT. Daarmee kunnen we beter inspelen op de uitdagingen van de moderne digitale maatschappij. Het sourcingtraject is opgedeeld in 3 stappen. De eerste stap (het vaststellen van de strategie) is inmiddels afgerond.

Communicatie

Communicatie draagt bij aan het creëren en benutten van kansen. Dat doen we door samenhang te creëren in de thema’s die belangrijk zijn voor de provincie, maar vooral in de thema’s die de inwoners van Noord-Holland belangrijk vinden. We weten de aansluiting te vinden bij de beleving van de belangrijkste doelgroep. Niet gedacht vanuit middelen, maar vanuit de verwachtingen van de buitenwereld. Van buiten naar binnen. Daarmee wordt de communicatiekracht vergroot en wordt de meerwaarde en legitimiteit van de provincie zichtbaar. De boegbeelden van de provincie worden gefaciliteerd om als organisatie communicatiever te worden en effectiever in de themacommunicatie. Communicatie zorgt voor focus en keuzes in de onderwerpen die buiten leven. Scherpe keuzes maken betekent ook loslaten en draagvlak creëren voor de keuzes. Communicatie speelt een verbindende rol tussen de thema’s en tussen het bestuur en de verschillende onderdelen van de organisatie. Het vakmanschap op het gebied van bijvoorbeeld schrijven, woordvoering, crisiscommunicatie en sociale media blijft.
In 2017 hebben we onder meer het volgende gedaan:

- Communicatie en storytelling in het kader van Samen Noord-Holland;
- Actief persbeleid;
- Verdere ontwikkeling website en intranet;
- Nieuwe middelenstrategie en daarbij behorende nieuwe bladformules voor extern blad en
  personeelsblad;
- Digitalisering burgerparticipatie;
- Verdere ontwikkeling sociale media, inclusief twee nieuwe kanalen op Instagram.

Personeel en Organisatie

HRM beleid
Het HRM-beleid kende in 2017 een aantal belangrijke thema’s.
Leiderschap en talentontwikkeling.
De manier van handelen door leidinggevenden van de provincie Noord-Holland vormt een cruciale factor in het (gaan) werken volgens de kernwaarden in de hele organisatie. Daarvoor is gestart met een serie van 3 bijeenkomsten (L-leerlijn) waarin  het toepassen van de kernwaarden en het doen en leren van elkaar de rode draad vormen. Er is meer samenwerking tussen de verschillende directies bij opleiding en ontwikkeling, onder meer door de ontwikkeling van de A-leerlijn, voor alle adviseurs, en de P-leerlijn, voor project-, proces- en programmamanagers. Daarnaast is op verschillende plekken in de organisatie ingezet op talentontwikkeling door middel van het programma Talent aan Zet.
Arbeidsvoorwaarden
De cao 2017-2018 is een beleidsrijke cao die tot stand is gekomen in co-creatie met de vakbonden. Kompas 2020 en de werkgeversvisie zijn richtinggevend in dit proces geweest. De cao zet in op eigentijdse arbeidsverhoudingen. Dit komt onder andere tot uiting in de afschaffing van de verplichte jaarplancyclus, afspraken op hoofdlijnen en het voorkomen van het dichtregelen van afspraken; lokale en persoonlijke afstemming vindt plaats via ‘het goede gesprek’ en een Persoonlijk Ontwikkel Budget waarmee medewerkers nog meer dan voorheen regie kunnen voeren op hun huidige en toekomstige ontwikkeling.
Deze cao heeft een looptijd van 1 januari 2017 t/m 31 december 2018. De salarissen stegen per 1 juli 2017 met 2,0%. Daarnaast is in september een eenmalige uitkering uitgekeerd van 500 euro bruto (peildatum 1 juli 2017). Voor deeltijders gold dit bedrag naar rato.
Per 1 januari 2018 stijgen de salarissen met 1,3% en wordt het niet-pensioengevende deel van het Individueel Keuze Budget met 0,75% verhoogd.
In het voorjaar van 2018 wordt het proces van co-creatie met de bonden voortgezet, nu gericht op een soepele overgang naar de Wet Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren (WNRA), die volgens de huidige planning in 2020 van kracht wordt.
Personele formatie
Op 31 december 2017 waren er 973 medewerkers in dienst van de provincie Noord-Holland : 480 mannen en 493 vrouwen. Omgerekend naar fulltime dienstverband bedroeg de bezetting 900 fte. De vastgestelde formatie bedroeg op 31 december 2017 927 fte.
Het verschil van 27 fte tussen de bezetting en de formatieruimte is vacatureruimte. Deze is, waar gewenst, opgevuld door externe krachten.

Arbeidsmarkt
In 2017 zijn er 95 nieuwe medewerkers ingestroomd en hebben 68 medewerkers de organisatie verlaten. We blijven werken aan het verstevigen van onze positie op de arbeidsmarkt en het aantrekken van (jong) talent. Binnen de provincie Noord-Holland zijn er verschillende “trajectversnellers”. Dit zijn programma’s voor jong talent die zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling, het versnellen van de volgende stap in de carrière en het versnellen van de organisatieontwikkeling. Er zijn 5 programma’s:

  • Junior Expertprogramma: dit zijn specialisten die instromen op moeilijk vervulbare vacatures.
  • Het PNH traineeprogramma: dit is een traineeprogramma voor generalisten met de focus op een loopbaan binnen het openbaar bestuur.
  • Het MRA traineeprogramma: dit is ook een traineeprogramma voor generalisten in het samenwerkingsverband van de Metropoolregio Amsterdam.
  • Het Technisch Traineeship P4: dit is een traineeprogramma voor technisch specialisten in een samenwerkingsverband met de provincies Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht
  • Het potentialprogramma: dit is een ontwikkelprogramma voor potentials voor strategische functies.

Flexibiliteit en beweging
Er wordt actief gewerkt aan de bevordering van interne mobiliteit. Medewerkers werken niet alleen in hun vaste functie, maar kunnen ook steeds vaker tijdelijk werken aan een klus. Deze klussen worden op intranet, op het Talentplein, geplaatst. In 2017 zijn er 62 klussen op het Talentplein geplaatst. Hiervan zijn 38 intern ingevuld en 14 extern. Naast deze klussen zijn er intern 108 medewerkers doorgestroomd naar een andere functie, waarvan 73 naar een hogere functie.
Participatiewet/Garantiebanen
Het kabinet en de werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in april 2013 een sociaal akkoord gesloten. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is een nieuwe aanpak om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers. In totaal gaat het om 125.000 extra banen ten opzichte van de peildatum van 1 januari 2013. Het IPO (Interprovinciaal Overleg) heeft een verdeelsleutel gemaakt van deze Banenafspraak voor alle provincies. Hierbij heeft de provincie Noord-Holland de opdracht vanaf 2015 t/m 2023 stapsgewijs 37 mensen uit deze doelgroep te plaatsen. Op basis van de verdeelsleutel had de provincie Noord-Holland de opdracht voor 15 fte aan garantiebanen te realiseren op 31 december 2017. Voor de uitvoering van de Participatiewet hebben PS besloten om in de begroting 2017 € 900.000 beschikbaar te stellen. Op 31 december 2017 is er voor 15,76 fte (op basis van een werkweek van 25,5 uur) aan garantiebanen gerealiseerd voor 16 personen.
Arbobeleid en ziekteverzuim
Het arbobeleid van de Provincie Noord-Holland is gericht op het creëren van een gezonde en veilige werksituatie. Vanuit bedrijfseconomisch perspectief richten we ons op het beperken van arbeidsrisico’s en de daarmee samenhangende schadelast. In samenwerking met de arbodienst wordt invulling geven aan de (nieuwe) regelgeving in het kader van de Arbowet. In het kader van preventie en het bevorderen van vitaliteit bieden we allerlei faciliteiten aan medewerkers. In 2017 werd, in co-creatie met de OR, een nieuw Centraal plan van aanpak geformuleerd. Hiermee wordt zowel op reactieve als op preventieve wijze aan risicobeheersing gedaan. Tevens werd een start gemaakt met de uitvoering van verdiepende Risico Inventarisatie en Evaluaties op het gebied van Psychosociale arbeidsbelasting, Thuiswerken en Werkomgeving. In 2017 is het ziekteverzuimpercentage licht gestegen van 3,8% eind 2016 naar 4,0% eind 2017. De meldingsfrequentie was in 2017 1,1.
Integriteit
Het borgen van integer handelen van ambtenaren en politieke ambtsdragers van de provincie Noord-Holland is ook in 2017 een prominent onderwerp geweest. De discussie over het belang van integer handelen is in de organisatie gevoerd in samenhang met de thema’s uit de Toekomstagenda. Speciale aandacht is daarbij gegeven aan de rol van de leidinggevenden bij het helpen bevorderen van een open cultuur. Bij de dialoog over integer handelen zijn ook de externe samenwerkingspartners betrokken. Met verbonden partijen en met de partners in het regionaal netwerk dat ondermijning van de rechtstaat bestrijdt, zijn gesprekken gevoerd over provinciespecifieke risico’s.

Fiscaliteit

Vennootschapsbelasting (VPB)
Overheidsondernemingen zijn als gevolg van een wetswijziging met ingang van 1 januari 2016 Vennootschapsbelastingplichtig geworden. De provincie Noord-Holland heeft als publiekrechtelijk lichaam als gevolg van deze nieuwe wetgeving in kaart gebracht voor welke activiteiten zij kwalificeert als overheidsonderneming en vennootschapsbelastingplichtig is geworden.
Hiertoe heeft een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden, waarbij voor alle activiteiten van de provincie (en de aan haar toerekenbare activiteiten) in kaart is gebracht of een onderneming wordt gedreven. Op dit moment wordt op basis van de realisatie opnieuw getoetst in hoeverre de getrokken conclusies juist en volledig zijn.
De vennootschapsbelastinglast 2016 was in de jaarrekening 2016 geschat op nihil. De aanvullende analyse leidt er toe dat op grond van wet- en regelgeving voor boekjaar 2016 een aangifte vennootschapsbelasting moet worden ingediend. De vennootschapsbelastinglast bedraagt op basis van deze aanvullende analyse voor 2016 nihil. Voor boekjaar 2017 is de vennootschapsbelastinglast ook geschat op nihil.
BTW
Voor de btw zijn in 2017 enkele grote projecten afgestemd met de Belastingdienst en is er gestart met de verdere verbetering van de beheersingsprocessen.
Inhuur derden
Met ingang van 1 mei 2016 is de Verklaring arbeidsrelaties (VAR) afgeschaft en vervangen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Deze wet maakt opdrachtgevers mede verantwoordelijk voor de juiste beoordeling van arbeidsrelaties met opdrachtnemers, zoals zzp’ers. De handhaving van de Wet DBA is uitgesteld tot tenminste 1 juli 2018. Tot die tijd zal de Belastingdienst in beginsel geen naheffingsaanslagen en boetes opleggen. Het kabinet Rutte III heeft in haar regeerakkoord aangegeven de Wet DBA te willen vervangen door een zogenoemde opdrachtgeversverklaring. De verwachting van het kabinet is dat hier per 2020 uitvoering aan gegeven kan worden. Tot die tijd is de Wet DBA (nog) van kracht en zal de provincie hier uitvoering aan geven. Wij houden de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend in de gaten. Ten aanzien van dit dossier wordt in IPO-, en P4-verband nauw samengewerkt met collega-provincies en andere betrokken (externe) partijen.
Boekenonderzoek
De Belastingdienst is in 2017 een boekenonderzoek Loonheffingen jaar 2016 gestart. Dit onderzoek bevindt zich nog in de opstartfase waardoor eventuele uitkomsten naar verwachting pas eind 2018 bekend zullen worden.

Subsidies

Het digitaal aanvragen van subsidies is in 2017 provincie-breed ingevoerd en verder ontwikkeld als onderdeel van het programma Digitaal 2017. Het wordt in 2018 voortgezet naar nog verder gaande digitalisering van de aanvraagformulieren.  

Inkoop

In 2017 is een nieuw inkoopbeleid vastgesteld, gebaseerd op de ambities van de organisatie. Hierin worden de pijlers Mens en Milieu, Innovatie, Doelmatig en Doeltreffend en Opdrachtgeverschap onderscheiden.
Maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI), onderdeel van Mens en Milieu, is een belangrijk thema binnen het inkoopbeleid. Dat was eind 2016 al bekrachtigd met het ondertekenen van het manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Inmiddels is dit thema uitgewerkt in een actieplan dat in oktober 2017 is vastgesteld. Het bevat doelstellingen op zes MVI-thema’s voor de periode 2017-2020, met een focus op circulair en klimaatbewust inkopen. In 2017 is gestart met drie aanbestedingen waarbij circulair wordt ingekocht. Ook is de provincie deelnemer in diverse samenwerkingsverbanden op het gebied van circulair inkopen en zijn de eerste stappen gezet om circulair inkopen organisatiebreed toe te passen. Voorbereidend op de doelstellingen voor 2020 is begonnen met het in kaart brengen van de CO2-footprint van (een deel van) de eigen infrastructuur. Hiermee is de basis gelegd om in te toekomst in aanbestedingen te sturen op CO2-reductie. Net als in 2016 is in 2017 opnieuw de doelstelling van 100% duurzaam inkopen behaald.
Het thema Social Return, ook onderdeel van Mens en Milieu, wordt sinds 1 januari 2016 toegepast als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde bij het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Dit betekent dat de provincie Noord-Holland van haar opdrachtnemers verlangt dat zij tijdens de uitvoering van de opdracht mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (kansen op) werk bieden. Met ingang van 2016 geldt de social return voorwaarde voor dienstverleningsovereenkomsten (met een duur langer dan 6 maanden) boven het vigerende Europese drempelbedrag. Met ingang van januari 2017 zijn de infrastructurele projecten aan dit beleid toegevoegd. De provincie hanteert een percentage van 5% van de totale opdrachtsom. Per contract wordt beoordeeld of dit percentage toepasbaar en proportioneel is en kan, na afweging, een afwijkend percentage worden toegepast. Er zijn vanaf 1 januari 2015 (stand van zaken december 2017) met 25 opdrachtnemers uitvoeringsafspraken gemaakt over social return. Met 4 opdrachtnemers worden binnenkort social return-afspraken gemaakt. Binnen de huidige afspraken hebben de opdrachtnemers inmiddels 75 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk geholpen.

De inkoopwaarde van de lopende 29 contracten met een SR-verplichting:

€ 116.511.761

De social return verplichting op deze contracten:

€2.902.669

Dit staat gelijk aan een gemiddeld social return percentage van:

2,49%

Huidige stand gerealiseerde SR-waarde

€ 1.452.602

Gezien het feit dat de looptijd van de contracten varieert van 4 tot ongeveer 10 jaar is de prestatie die op dit moment door de opdrachtnemers wordt geleverd goed: 50% van de prestatie is gerealiseerd. De eerstvolgende social return rapportage volgt aan het einde van het 2e kwartaal in 2018. In 2019 wordt het social return beleid geëvalueerd.
Samenwerking op het gebied van inkoop met de andere 11 provincies en in het bijzonder met de P4 (Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht) levert aanwijsbare producten op. Zo zijn er enkele  gezamenlijk uitgevoerde aanbestedingen en zijn gelijksoortige sjablonen en processen (bijvoorbeeld het klachtenreglement) tot stand gekomen.

Archief

In zijn rapportage, toegezonden aan PS op 29 maart 2017, beschrijft de provinciearchivaris de mate waarin zijn aanbevelingen van de eerdere archiefinspectie (2014) zijn opgevolgd. De algemene conclusie van de provinciearchivaris is dat vrijwel alle aanbevelingen zijn opgepakt, enkele daarvan zijn gerealiseerd, maar een aantal nog niet volledig ten uitvoer is gebracht. De situatie van het archief – en informatiebeheer is daarmee verbeterd, maar blijvende aandacht van bestuur en management blijft nodig. De uitkomsten van dit onderzoek hebben wij gebruikt om de ingezette maatregelen nog verder te verbeteren en nieuwe maatregelen zijn in gang gezet.

Planning en Control

Wijziging wetgeving “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”
In 2017 zijn in de procedures, werkwijzen en administratieve systemen de gevolgen van de wetswijzigingen verwerkt tot het minimale niveau om aan de wetswijziging te voldoen. In 2018 zal nog verder worden onderzocht, hoe deze wetswijzigingen op zo'n manier verder en beter kunnen worden ingepast in de  Planning en Control documenten, dat zij ondersteunend zijn aan de door Provinciale Staten via de rekeningcommissie-plus met het nieuwe begrotingsformat ingezette doorontwikkeling van de Planning en control-cyclus.
Doorontwikkeling Planning en control
In 2017 is veel in gang gezet op het gebied van de ontwikkeling van de planning en control voor het besturen en beheersen van de beleids-, uitvoerings- en bedrijfsvoeringsprocessen. Hierbij zijn drie prioriteiten benoemd:

1.   De modernisering van de begrotingssystematiek;

  • Samen met de rekeningcommissie-plus van PS is gewerkt aan de doorontwikkeling van het format voor de P&C-instrumenten. Dit heeft begin 2018 geleid tot de vaststelling door PS van een verbeterd format. In dit format zijn aan de hand van de 5 door PS vastgestelde thema’s diverse verbetervoorstellen uitgewerkt. Het betreft de volgende thema’s:
    • Inzicht in reserves
    • Relatie tussen beleidsdoelen en financiën;
    • Standaardteksten van het format;
    • Onderscheid in de P&C documenten;
    • Integraliteit tussen P&C documenten en traceerbaarheid van informatie.

De begroting 2019 zal het eerste document zijn dat geheel volgens dit nieuwe format is opgesteld. Voor de tussenliggende documenten zal gekeken worden, hoe verbeteringen alvast vorm kunnen krijgen.
2.   Het aanpassen en versterken van de informatievoorziening;

    • Het project “Verbeteren financiele informatievoorziening” heeft een grondige en gedetailleerde analyse opgeleverd van de informatiebehoeften en de knelpunten in systemen en procedures die moeten voorzien in deze informatie. Dit heeft geleid tot de conclusie dat onze systemen de afgelopen jaren hebben geleid tot een adequate informatievoorziening om tot een getrouwe jaarrekening te komen, maar dat om te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen de systemen nu, na 15 jaar, aan groot onderhoud toe zijn. De komende twee jaar zal daarom gewerkt gaan worden aan een herimplementatie van het financiële systeem en de bijbehorende werkwijzen.

3.   De verdere digitalisering van de planning en controlcyclus.

    • Ook in 2017 zijn weer stappen gemaakt voor een verdere digitalisering. Alle planning en control documenten zijn beschikbaar via een gebruiksvriendelijke financiele portal.

De directie heeft in 2016 zes leidende principes voor een eigentijdse sturing en verantwoording vastgesteld:

  1. De lijn is verantwoordelijk;
  2. Verantwoordelijkheden zijn zo laag mogelijk in de organisatie belegd;
  3. Concernsturing weegt belangen van deelprocessen/directies af tegen overstijgende/concern belangen;
  4. Sturing is tijdig en accuraat (tijdens het proces, op het juiste niveau, hoeft niet op papier);
  5. Verantwoording juist en volledig (achteraf, zo goed mogelijk leesbaar, actualiteit minder belangrijk);
  6. Kwantitatieve en kwalitatieve informatie is op orde.

Onder directe leiding van de algemeen directeur als opdrachtgever is een traject gestart om invulling te geven aan een aantal aspecten van deze principes. Daarbij wordt nauwe aansluiting gezocht met de verbetering van de formats voor de planning- en control-cyclus. Met name de kwaliteitsaspecten, de lijnverantwoordelijkheid, het eigenaarschap in de lijn en de concernsturing zijn belangrijke aandachtspunten in dit traject. Dit traject is eind 2017 gestart en zal in 2018 doorlopen.

Procesbeheersing en risicomanagement

De provincie Noord-Holland heeft in de begroting 2017 de (meerjarige) ambitie uitgesproken om snel, open en transparant te kunnen anticiperen op ontwikkelingen in een in toenemende mate complexer wordende en veranderende omgeving. Hiertoe heeft de provincie in 2017 ingezet op het verder optimaliseren van het management control systeem (MCS) van de provincie. Het MCS is het geheel van verantwoordelijkheden, procedures, taakverdelingen, informatiesystemen, organisatorische regelingen en hulpmiddelen die managers hanteren om te bereiken dat het gedrag en de besluiten van medewerkers aansluiten op het doel en de strategie van de organisatie. Een aantal externe ontwikkelingen in 2016 en 2017 was in dit verband van groot belang.

  • De ontwikkelingen inzake de rechtmatigheidsverklaring. De verwachting is dat de wijze van verantwoording afleggen over rechtmatigheid door provincies en gemeenten in Nederland met ingang van 2019/2020 wordt gewijzigd. Het college van Gedeputeerde Staten wordt dan gevraagd zelf een rechtmatigheidsverklaring af te geven. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is het doel hiervan de politieke aanspreekbaarheid te onderstrepen en de kwaliteit van de bedrijfsvoering van provincies en gemeenten te verhogen. De exacte eisen die aan de rechtmatigheidsverklaring zullen worden gesteld zijn overigens nog onduidelijk voor wat betreft inhoud en reikwijdte;
  • Een andere belangrijke ontwikkeling op dit gebied in 2016 en 2017 betrof het verscherpte toezicht van de Autoriteit Financiële Markten op de accountantskantoren waardoor de kantoren hun controles zonder uitzondering vrijwel uitsluitend gegevensgericht uitvoeren (dus zonder te steunen op de VIC-functie van organisaties);
  • Tegelijkertijd is de NV COS 610 (Nadere Voorschriften Controle- en overige Standaarden 610) aangescherpt waarin de interne controle functie wordt beschreven vanuit het perspectief van de accountantscontrole.

In 2017 is daarom gestart met het opstellen van een Beleidskader Interne Beheersing waarbij enerzijds wordt ingaan op de Administratieve Organisatie (AO) en anderzijds op de Interne Controle (IC). Naast kwaliteitseisen die aan de AO/IC worden gesteld, gaat het ook om de scope en de wijze van organiseren in de ambtelijke organisatie. Het beleidskader zal in het 1e halfjaar 2018 worden afgerond en worden vastgesteld. Naast dit beleidskader is concreet gewerkt aan zes werkprogramma’s waarin de belangrijkste risico’s in het proces en de maatregelen van interne controle (om die risico’s te beheersen) zijn beschreven. Deze zes werkprogramma’s betreffen inkopen, aanbestedingen, salarissen, subsidies, huren & pachten en begrotingswijzigingen. Belangrijk uitgangspunt in de werkprogramma’s is dat de proces- en risico-inventarisatie door de lijn (op diverse niveaus) wordt uitgevoerd. Dit sluit aan bij de hierboven genoemde principes van eigentijds sturen en verantwoorden. In 2018 zal de interne controle op de rechtmatigheid verder uitgebouwd worden om toe te groeien naar de eigen rechtmatigheidsverklaring in 2019/2020.