Wij heffen jaarlijks de volgende lokale heffingen:

  • Belastingen: betalingen voor uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening met een algemeen belang. De provincie kent provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. De opbrengst van deze belasting is een algemeen dekkingsmiddel.
  • Heffingen: betalingen voor uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. De Provincie Noord-Holland kent de nazorgheffing gesloten stortplaatsen en de grondwaterheffing.
  • Rechten: betalingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. De Provincie Noord-Holland kent leges en overige rechten.

Belastingen: opcenten motorrijtuigenbelasting

Motorrijtuigenbelasting (hierna: MRB) wordt geheven over het bezit van een motorvoertuig. De heffing en inning van de MRB, waarop de provinciale opcenten meeliften, wordt verzorgd door de Belastingdienst. Bovenop de MRB betalen houders van personenauto’s en motoren ‘provinciale opcenten’. De provincies stellen zelf hun tarief opcenten motorrijtuigenbelasting vast. Het maximum tarief opcenten is voor 2017 bepaald op 111. Het huidige tarief in de provincie Noord-Holland bedraagt 67,9 opcenten. Sinds 2016 werkt een verandering in de provinciale belastinggrondslag (bijvoorbeeld de verhuizing van een grootwagenparkhouder/leasebedrijf naar een andere provincie) direct door in de verdeling van het provinciefonds. Een verandering in de grondslag heeft een egaliserende werking in de uitkering Provinciefonds.

Overzicht 2. Aandeel voertuigen grootwagenparkhouder/leasebedrijf 2016-2017

Heffingen

Nazorgheffing gesloten stortplaatsen   
In de zogenaamde Leemtewet is op 1 april 1998 een regeling in de Wet Milieubeheer opgenomen ( over de nazorg van operationele stortplaatsen. Dit zijn stortplaatsen waar het storten van afvalstoffen niet vóór 1 september 1996 is beëindigd. In deze wet is bepaald dat de provincies er bestuurlijk en financieel voor verantwoordelijk zijn dat deze stortplaatsen na sluiting geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Daarvoor moet eeuwigdurende nazorg plaatsvinden. Dit houdt in dat maatregelen genomen moeten te worden om bodembeschermende voorzieningen op gesloten stortplaatsen in stand te houden, te onderhouden, te herstellen en eventueel te vervangen. Verder moeten de bodembeschermende voorzieningen regelmatig geïnspecteerd worden en moet de bodem onder de stortplaats onderzocht worden. Ter bestrijding van deze kosten is een nazorgheffing ingesteld die wordt geheven bij de exploitanten van de operationele stortplaatsen. De provincie Noord-Holland heeft acht stortplaatsen die onder deze regeling vallen. In 2017 bedroeg de opbrengst nazorgheffing € 510.000.
Het Nazorgfonds, waar de heffingsopbrengsten in worden gestort, is een bij wet vastgestelde rechtspersoon. Het Nazorgfonds gesloten stortplaats is ook opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen. In het Nazorgfonds wordt een zodanig kapitaal opgebouwd, dat uit het rendement daarvan de eeuwigdurende nazorg gefinancierd kan worden.  Het Nazorgfonds Gesloten Stortplaatsen bevatte per 1 januari 2017 afgerond € 47,8 miljoen en per 1 januari 2018 € 49,1 miljoen (inclusief rendement minus gemaakte nazorgkosten). Om een volledig inzicht te geven in de provinciale baten is de nazorgheffing ook opgenomen in de paragraaf Provinciale heffingen.
Grondwaterheffing
In december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De heffing is bestemd voor de dekking van de kosten van grondwaterbeheer, die ten laste van de provincie komen. Er is een voorziening grondwaterheffing ingesteld.
Deze voorziening dient om fluctuaties in het heffingstarief te voorkomen. Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van 12.000 m³ of meer grondwater per heffingsjaar. Het tarief is in 2010 vastgesteld op € 0,0085 per m³ onttrokken grondwater. De aanslagen worden achteraf opgelegd.
Voor 2017 werd € 730.000 aan opbrengsten geraamd. Het totaal van de opgelegde aanslagen over 2017 bedraagt € 825.040 .  In 2017 is een bedrag van € 464.725 onttrokken voor  een  subsidieverlening aan waterschap Amstel, Gooi en Vecht voor het project “pilot temmen van brakke kwel Horstermeer”. De voorziening grondwaterheffing was op 1 januari 2017 € 1.270.851 (1 januari 2016 € 1.345.985). Het saldo van de voorziening bedroeg op 31 december 2017 € 1.136.369.

Voorziening

Reserve

grondwaterheffing

grondwaterheffing

1-januari-17

 € 1.270.851

 € 0

31-december-17

 € 0

 € 1.136.369

Overzicht 3. Saldi voorziening/reserve grondwaterheffing

Rechten

Leges ofwel rechten zijn betalingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Er is sprake van een dienst als degene, voor wie de handeling wordt verricht, rechtstreeks en in overheersende mate een individueel belang heeft bij deze handeling. Daarmee onderscheiden de rechten zich van belastingen. Zuiver publiekrechtelijke handelingen van de overheid, zoals het verlenen van vergunningen of ontheffingen zijn diensten in deze zin. Het uitgangspunt van Provinciale Staten is dat leges kostendekkend zijn. Provinciale Staten voeren als beleid dat kostendekkendheid in eerste instantie bereikt wordt door het optimaliseren van efficiency en in tweede instantie door het verhogen van de tarieven. Dit beleid vereist inzicht in de kostenstructuur, kostenbeheersing en kostentoerekening. Door gewijzigde overhead-systematiek o.g.v. Besluit Begroting en Verantwoording dient de berekening van de kostendekkendheid geactualiseerd te worden. Dit is inmiddels in 2018 opgepakt, waarbij gebruik wordt gemaakt van de webapplicatie kostendekkendheid.nl. Voor 2017 werd een totaalopbrengst leges geraamd van € 2,27 miljoen. In totaal werd over 2017 € 2.551.172 aan leges ontvangen. De hoger uitvallende opbrengst vloeit in hoofdzaak voort uit een hoger dan geraamde opbrengst leges Wabo door meer ingediende aanvragen voor bouwvergunningen vanwege de aantrekkende economie. Voor de projecten Zeesluis IJmuiden en Wind op land werden resp. € 424.700 en € 558.400 in rekening gebracht.