Doelenboom
Beleidsdoel 5.1
Beleid voor wonen, vitaliteit woonomgeving en ruimtelijke ontwikkeling voeren
Verandering: geen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidsdoel 5.2
Beleid voor economie, landbouw en toerisme voeren
Verandering: Bij de Zomernota 2017 is dit beleidsdoel komen te vervallen. Onder 5.3 zijn het bijgestelde beleidsdoel en de bijgestelde operationele doelen, instrumenten en output opgenomen.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Beleidsdoel 5.3
Welvaart en welzijn bevorderen door duurzame, vernieuwende en ondernemende economie
Verandering: Nieuw beleidsdoel per Zomernota 2017.
Toelichting: geen.
Operationele doelen
Maatschappelijk doel
Ruimtebeslag van wonen, werken en recreëren optimaliseren.
Realisatie van de prioriteiten voor dit begrotingsjaar
Prioriteit | % | Toelichting |
---|---|---|
Verduurzaming van bestaande woningvoorraad (5.1.1). | 100 % | Uitvoering programma verduurzaming bestaande woningvoorraad vastgesteld. |
Vaststelling RAP’s 2.0 in raden en staten (5.1.1). | 100 % | Van alle zes regio’s is het RAP 2.0 vastgesteld door gemeenten en staten. |
Aanpassen van de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan de actualiteit (5.1.2). | 75 % | De ontwerpwijziging Provinciale Ruimtelijke Verordening (Programma PRV 2018) is in december 2017 vastgesteld door Gedeputeerde Staten. |
Opstellen Omgevingsvisie en het verkennen van de mogelijkheden op inhoud en proces op basis waarvan de nieuwe Omgevingswet kan worden geïmplementeerd (5.1.2). | 75 % | In 2017 zijn belangrijke stappen gezet naar onze Omgevingsvisie NH2050. De Koers NH2050 is opgesteld in een intensief proces met gemeenten, waterschappen, belangenorganisaties en andere stakeholders en een grootschalige publiekscampagne, Jouw Noord-Holland. Koers NH2050 formuleert de langetermijnambities en doelen die de basis gaan vormen voor onze Omgevingsvisie. PS hebben Koers NH2050 in december 2017 in grote meerderheid vastgesteld, na eerder hierover een richtinggevend debat te hebben gevoerd. Parallel hieraan zijn al voorbereidingen getroffen voor de ontwerp Omgevingsvisie. Het opstellen van de Koers NH2050 heeft meer tijd gekost doordat de behandeling in PS uit meerdere stappen bestond. Hierdoor is het zwaartepunt van opstellen van de Omgevingsvisie verschoven naar eerste helft 2018. |
Vertalen van ruimtelijk-economische verkenning energietransitie naar Omgevingsvisie van de provincie (5.1.2). | 100 % | De ruimtelijke Verkenningen energietransitie voor MRA en Noord-Holland Noord zijn in 2017 opgesteld en vormen belangrijke bouwstenen voor de ontwerp Omgevingsvisie die in de eerste helft van 2018 wordt opgesteld. |
Ontwikkelingen in de omgevingsfactoren lopende het begrotingsjaar
Omgevingsfactor | Ontwikkeling |
---|---|
Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017 en nieuwe afspraken tussen Rijk en de provincie al dan niet via taakstelling of actualisatie van NEA. | Geen ontwikkelingen. |
Snelheid proces energietransitie is afhankelijk van internationale afspraken, afspraken in coalitieakkoord na Tweede Kamerverkiezingen, initiatiefnemers, subsidiemogelijkheden en snelheid van innovaties. | Vanuit het Rijk wordt conform het regeerakkoord ingezet op het sluiten van een interbestuurlijk programma en een Klimaat en energieakkoord met alle maatschappelijke partners (rond de zomer 2018) om tot realisatie van de Europese afspraken te komen. Hier worden ook afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden, rollen middelen. |
Demografische ontwikkelingen. | Geen ontwikkelingen. |
Verbonden partijen
Programma | OD | Verbonden partij | Doel |
---|---|---|---|
5 | 5.3.1 | Stichting Administratiekantoor aandelen Zeehaven IJmuiden N.V. | Ontwikkeling haven. |
5 | 5.1.2 | Schadeschap Luchthaven Schiphol | Bevordering afwikkeling schadevergoedingen uitbreiding Schiphol. |
5 | 5.3.1 | Stichting Voorbereiding Pallas-reactor | Voorbereiding bouw hoge-flux reactor |
5 | 5.1.2 | Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio | Verbeteren leefkwaliteit Schipholregio |
5 | 5.3.1 | Stichting Projectbureau Masterplan Noordzeekanaalgebied | Versterken van de internationale concurrentiepositie van het gebied. |
5 | 5.3.1 | Schiphol Area Development Company N.V. (SADC) | Ruimtelijke inrichting Schipholgebied |
5 | 5.3.1 | Regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor het Noordzeekanaalgebied (RON) | Ontwikkeling Noordzeekanaalgebied |
5 | 5.3.1/5.3.3 | Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. (NHN) | Ontwikkeling Economie |
5 | 5.3.1 | PolanenPark B.V. | Ontwikkeling bedrijventerrein |
5 | 5.3.1 | PolanenPark C.V. | Ontwikkeling bedrijventerrein |
5 | 5.3.1 | Zeehaven IJmuiden N.V. | Visserijbelangen |
5 | 5.1.1 | Zeestad Beheer B.V. | Stadsvernieuwing Den Helder |
5 | 5.1.2 | Zeestad C.V. | Stadsvernieuwing Den Helder |
5 | 5.3.2 | Life Sciences Fund Amsterdam B.V. | Ontwikkeling economie |
*Verdere informatie is te vinden in de paragraaf verbonden partijen
Gerealiseerde budgettabel
(bedragen × € 1.000)
Lasten | Jaarrekening 2016 | Ontwerpbegroting 2017 | Actuele begroting 2017 | Jaarrekening 2017 | Bedrag verschil* | % verschil | Begroting 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten | 11.888 | 7.907 | 9.306 | 8.515 | 791 | 9 | 10.191 |
Directe lasten | 7.680 | 15.689 | 13.572 | 23.892 | -10.320 | -76 | 16.606 |
Kapitaallasten | 869 | 0 | 0 | 7.515 | -7.515 | - | 0 |
Overdrachten | 14.428 | 5.373 | 28.312 | 16.946 | 11.366 | 40 | 25.647 |
Subtotaal lasten | 34.864 | 28.969 | 51.190 | 56.867 | -5.678 | -11 | 52.444 |
Baten | -26.852 | -18.667 | -32.937 | -26.947 | -5.990 | 18 | -13.325 |
Saldo van baten en lasten | 8.012 | 10.302 | 18.253 | 29.921 | -11.668 | -64 | 39.119 |
Storting reserves | 8.316 | 9.676 | 12.468 | 13.708 | -1.240 | -10 | 6.715 |
Onttrekking reserves | -10.721 | -2.400 | -8.115 | -3.493 | -4.621 | 57 | -16.626 |
Resultaat | 5.607 | 17.578 | 22.606 | 40.136 | -17.529 | -78 | 29.208 |
*Een positief verschil is voordelig
Toelichting op de gerealiseerde budgettabel
Op het programmaniveau zijn alleen die verschillen toegelicht, die het financiële resultaat van 2017 verklaren. Om dubbele teksten te voorkomen, leest u de toelichting op resultaatneutrale verschillen (o.a. lasten met bijbehorende baten of onttrekkingen uit reserves) alleen bij de operationele doelen. De apparaatskosten worden grotendeels via een van tevoren bepaalde verdeelsleutel toegerekend aan de programma's. Verschillen met de begroting hebben daardoor een algemene oorzaak. Deze leest u in de paragraaf bedrijfsvoering.
Directe lasten
OD 5.1.2 De incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor proceskosten van OV-knooppunten verschuiven naar 2018, omdat de geraamde inzet aan instrumenten in knooppunten (o.a. alliantiegesprekken) minder snel is gegaan dan verwacht. Zowel de corridordialoog als de gemeentelijke gebiedsprocessen in de knooppunten kosten meer tijd dan voorzien. In 2018 verwachten we dat die processen wel tot concrete actie komen. Daarnaast verschuift de focus in het programma van corridoraanpak naar de aanpak van specifieke knooppunten (minder lasten, € 787.000, voordelig, uitgestelde intentie). De niet bestede middelen uit 2017 zijn bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018.
OD 5.1.2 Nadat € 787.000 met de uitgestelde intentie wordt meegenomen naar 2018 is er sprake van een restant onderbesteding op OV-Knooppunten van € 120.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de bijdrage van het MRA € 76.000 is verantwoord onder directe lasten en omdat de bijdrage niet volledig is besteed in 2017 (minder lasten, € 120.000, voordeel).
OD 5.1.2 Met de Kaderbrief 2018 zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld voor de omgevingsvisie. Oorspronkelijk was voorzien dat medio 2017 de tweede stap in het proces naar onze Omgevingsvisie, de Koersfase, zou worden afgerond en dat in de tweede helft 2017 de Ontwerp Omgevingsvisie opgesteld zou worden. De Koersfase heeft echter meer tijd gekost, onder meer omdat de besluitvorming in PS in drie delen is opgeknipt (richtinggevend debat, behandeling moties en besluitvorming Koers NH2050). Dit betekent dat de 3e fase is verschoven naar de eerste helft 2018 en de kosten voor het opstellen van de Ontwerp Omgevingsvisie pas op dat moment tot besteding komen. Het gaat daarbij onder meer om de kosten van het vervolg van de publiekscampagne ‘Jouw Noord-Holland’ (Facebook, publieksonderzoek, media-uitingen), de uitvoering van de Plan-MER en de organisatie van diverse bijeenkomsten met stakeholders en een groot werkcongres (lasten verhoogd, € 369.000, voordelig, uitgestelde intentie). De niet bestede middelen uit 2017 zijn bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018.
OD 5.1.2 Vanwege het uitstel van de Omgevingswet kan het project met betrekking tot de Omgevingswet met lagere kosten worden gerealiseerd (minder lasten € 50.000, voordeel).
OD 5.1.2 Met de zomernota zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld voor Crailo op het begrotingsbudget voor ‘uitvoeringsprojecten structuurvisie 2040’, waarvan een deel is af geraamd met de laatste begrotingswijziging. Eind van het jaar resteert, na besteding, nog circa € 200.000. In het kader van de verkoop aan Crailo aan de gemeenten Hilversum, Laren en GooiseMeren is afgesproken dat de provincie een bijdrage levert van maximaal € 200.000 aan een aanpassing van de aansluiting van het gebied Crailo op de A1. Naar verwachting vindt deze bijdrage, in de vorm van een incidentele subsidie, plaats in 2018 (minder lasten, € 200.000, voordelig, uitgestelde intentie). De niet bestede middelen uit 2017 zijn bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018.
OD 5.1.2 Voor wat betreft de andere projecten die zijn uitgevoerd met budget uit de begrotingspost ‘uitvoeringsprojecten structuurvisie 2040’, is sprake van een onderbesteding van 24% van het budget (minder besteed, € 519.000, voordeel). Onder Operationeel Doel 5.1.2 vindt u een nadere toelichting.
OD 5.1.2 De kosten voor het beheer van het provinciale vastgoed zijn niet op voorhand in te schatten. De beheerkosten zijn sterk afhankelijk van het wel of niet optreden van onvoorspelbare calamiteiten. Daarnaast vindt de oplegging van waterschapsbelastingen niet geregeld plaats, met aanslagen tot 3 jaar geleden, waardoor de kosten onregelmatig over de jaren heen uitkomen. Over 2017 bedraagt de totale onderbesteding 8% van het budget voor directe lasten. In het licht van bovenstaande is dit een kleine afwijking van het begrote budget (mindere besteed, € 127.000, voordeel).
OD 5.1.2 De verkopen onroerend goed zijn lager uitgevallen waardoor op het budget voor bijkomende verkoopkosten evenredig is onderbesteed (minder besteed, € 108.000, voordeel).
OD 5.3.1 Het beslag op het budget Regionale Economie valt lager uit doordat voor de beleidsontwikkeling van een aantal onderdelen - zoals circulaire economie en MKB-beleid - veel eigen ambtelijke capaciteit is ingezet. Hierdoor is er dit jaar minder inhuur van externe adviseurs e.d. nodig geweest dan waar eerst rekening mee werd gehouden. Daarnaast heeft de oprichting van het Innovatiefonds ook langer geduurd waardoor een deel van de kosten in 2018 zullen vallen (minder besteed, € 100.000, voordeel).
OD 5.3.1 Voor digitale infrastructuur zijn de niet bestede middelen uit 2017 bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018. In 2017 hebben wij besloten tot het ondersteunen van kansrijke lokale initiatieven met het verstrekken van garantstellingen. Het procesgeld dat hiermee gemoeid is wordt betaald uit het beschikbare budget. Dit loopt door in 2018. Naar verwachting zullen wij in 2018 een besluit nemen over ingediende aanvragen voor garantstelling (niet bestede middelen uit 2017, € 359.000, voordeel).
OD 5.3.1 Voor Noordzeehavens zijn de niet bestede middelen uit 2017 bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018. De interne voorbereiding met de partners voor het project ontwikkeling Averijhaven heeft in 2017 langer geduurd dan gepland. Hierdoor kan pas in 2018 met de uitvoering worden gestart (niet bestede middelen uit 2017, € 66.000, voordeel).
OD 5.3.1 Lening stichting Voorbereiding Pallas-reactor
De provincie Noord-Holland heeft samen met het Rijk de stichting Voorbereiding Pallas-reactor opgericht. Rijk en provincie (voordracht 2012-56) hebben elk een lening van maximaal € 40 miljoen beschikbaar gesteld om de stichting in staat te stellen in de periode 2014-2018 te komen met een ontwerp en de vergunningen voor de nieuwe reactor. In GS en PS is aan de orde geweest dat de financiering van de voorbereidingsfase zeer risicovol is. Om deze reden is vanuit PS aangedrongen op het inbouwen van go/no-go momenten, waarbij GS aan de hand van een business case PS consulteren over het verder gaan met het project.
Na betaling van het eerste bedrag in 2015 (€ 8,5 miljoen) hebben GS in het najaar van 2015 besloten over de beschikbaarstelling van de tweede tranche (€ 14 miljoen). Van deze tweede tranche is in januari 2016 het eerste deel (€ 6,5 miljoen) betaald. In het voorjaar 2018 is het tweede deel van deze tranche (€ 6,5 miljoen) beschikbaar gesteld. Op dit moment heeft de stichting Pallas formeel de verplichting de lening terug te betalen per 1-1-2019. Het risico is dat de lening van ultimo 2017 € 15,3 miljoen niet wordt terugbetaald aan de provincie. In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Begroting 2017 is dit risico toegelicht en gewogen.
Uit de jaarrekening 2017 van de stichting Pallas blijkt dat de stichting ultimo 2017 een negatief eigen vermogen heeft. Directe aanleiding hiervoor is de strikte toepassing door de controlerend accountant van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving waardoor het Immaterieel Vast Actief een nieuwe waardering heeft gekregen.
Het afwaarderen van het Immaterieel Vast Actief door de stichting Pallas en het negatieve eigen vermogen wat daardoor bij de stichting Pallas ontstaat, heeft consequenties voor de waardering van de lening van de provincie Noord-Holland aan stichting Pallas. Dit leidt ertoe dat we in de provinciale jaarrekening 2017 m.b.t. de verstrekte lening een voorziening van € 15,3 miljoen opnemen (storting in voorziening, € 15,3 miljoen, nadeel).
OD 5.3.3 Voor Arbeidsmarkt zijn de niet bestede middelen uit 2017 bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018. De interactieve beleidsuitvoering met de triple helixpartijen (overheid, ondernemers en onderwijs) in het veld levert een niet op de maand te voorspellen uitvoeringsgereedheid van projecten voor de arbeidsmarkt op. Er is in 2017 sprake geweest van een kleine vertraging in een aantal projecten die begin 2018 wel uitgevoerd worden (niet bestede middelen uit 2017, € 96.000, voordeel).
Kapitaallasten
OD 5.1.2 De wettelijke voorschriften met betrekking tot begroting en verantwoording van verkopen onroerend goed zijn gewijzigd. Op basis van een uitspraak van de commissie BBV (Besluit begroting en verantwoording) moet een wijziging plaatsvinden op de oorspronkelijke wijze van raming en verantwoording van het netto verkoopresultaat onder “Baten”. In het vervolg dient een scheiding gecreëerd te worden: 1. De bruto verkoopopbrengsten moeten geplaatst worden onder baten en 2. de afwaardering van de gronden onder kapitaallasten. Omdat de uitspraak aan het eind van het jaar is ontvangen kon de begroting niet meer worden aangepast. In de begroting was onder “Baten” het netto verkoopresultaat (verkoopprijs minus afwaardering) opgenomen. In voorliggende jaarrekening is de scheiding tussen verkoopopbrengst en afwaardering wel doorgevoerd: De bruto verkoopopbrengst staat benoemd onder "Baten" en de afwaardering onder "Kapitaalslasten". De kapitaallasten met betrekking tot de grondverkopen BBL, PASO en Wieringerrandmeer worden als gevolg daarvan overschreden (meer besteed, € 1,7 miljoen, nadeel).
OD 5.1.2 Op grond van een recente uitgevoerde taxatie is Distriport afgewaardeerd naar de waarde van landbouwgrond (meer lasten, € 5,8 miljoen, nadeel).
OD 5.3.1 De werkelijke kosten voor de afwaardering van de RON zijn hoger uitgevallen (meer besteed, € 389.000, nadeel).
Overdrachten
OD 5.1.2 De subsidieaanvraag Nieuw West Airport Express is ontvangen in december en kon niet meer op tijd worden verleend wegens een onderzoek naar staatssteun (minder besteed, € 200.000, voordeel).
Baten
OD 5.1.1 De Rijksmiddelen Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) zijn reeds door het ministerie vastgesteld op basis van niet-financiële indicatoren. Een deel van het saldo is niet meer verplicht en valt volgens wettelijk voorschrift vrij in de algemene middelen (meer ontvangen, € 305.000, voordeel).
OD 5.1.2 Naar aanleiding van de hierboven beschreven wijziging van begrotingsuitgangspunten (onder “kapitaallasten”) is onder “baten” de bruto verkoopopbrengst opgenomen.
Omdat er minder grond is verkocht dan verwacht is er per saldo sprake van een onderschrijding op de baten (minder ontvangen, € 826.000, nadeel). Zo was de opbrengst verkoop BBL en PASO gronden gebaseerd op een aantal geplande transacties. Helaas bleek dat bij bijna alle transacties onvoorziene complicaties optraden waardoor aktepassering noodgedwongen in 2018 plaatsvindt. Bij onvoorziene complicaties kan gedacht worden aan het ontbreken van instemming op technische details van de transactie door wederpartij(en).
OD 5.1.2 Er zijn meer pacht- en huuropbrengsten in rekening gebracht dan was begroot, het gaat om 5% van de totaal begrote opbrengsten (meer baten, € 176.000, voordeel).
Storting reserves
OD 5.3.2 Uit het provinciefonds ontvangt de provincie ten behoeve van de regeling ‘MKB Innovatiestimulering Topsectoren’ een bedrag van € 1.240.000. Dit geld wordt in de reserve Economie en werkgelegenheid in Programma 5 gestort (hogere storting in de reserve werkgelegenheid, € 1.240.000, neutraal).