Inleiding

Het belangrijkste doel van het provinciale grondbeleid is en blijft het effectief, efficiënt en zorgvuldig inzetten van gronden om provinciale doelen, zoals benoemd in het coalitieakkoord, te realiseren. Het kader hiervoor is vastgelegd in de Vierde nota grondbeleid (2016). Daarin wordt gesteld dat het bezitten van grond een middel is voor de realisatie van provinciale doelen en geen doel op zich.
Ons grondbeleid bestaat uit zowel actief grondbeleid (aankopen en verkopen van gronden) als faciliterend grondbeleid (zoals regelen van kostenverhaal bij ruimtelijke ontwikkelingen). Marktconformiteit, rechtmatigheid en transparantie zijn daarbij de algemene kaderstellende uitgangspunten. Zowel de aankoop als de verkoop van gronden geschiedt op basis van onafhankelijke taxaties. Als overheid mag de provincie geen verstorende werking op de grondmarkt hebben en geen staatssteun verlenen, waardoor slechts beperkt en gemotiveerd van getaxeerde waarden afgeweken kan worden. Aankoop van gronden voor de verschillende beleidsdoelen gebeurt in principe op minnelijke (vrijwillige) basis. Alleen indien noodzakelijk wordt een onteigeningsprocedure gestart. Vastgoed waar geen specifiek beleidsdoel aan gekoppeld is, wordt verkocht.

De waarde van grond in het landelijk gebied fluctueert wel, maar is over langere periode gezien stabiel. In 2017 was er sprake van relatief weinig transacties, met daarbij enkele transacties met relatief hoge grondprijzen (in de provincie Flevoland). Dit leidde een paar maanden tot relatief hogere gemiddelde grondprijzen, maar aan het eind van het jaar lijkt dit genormaliseerd (zie onderstaande figuur). Door de sterke economische groei zien wij echter wel dat, in tegenstelling tot de grondprijzen, de waarde van vastgoed sterk stijgt. Ook de doorlooptijd van verkooptrajecten is sterk verkort.