Wat gaan we daarvoor doen?

Het tweede beleidsdoel van de doelenboom Groen is een adequaat beheer van bestaand en nieuw groen. Daartoe zetten wij in op drie operationele doelen:
6.2.1 Doeltreffend en doelmatig beheer natuurnetwerk en agrarische natuur
6.2.2 Evenwichtig faunabeheer
6.2.3 Doeltreffend en doelmatig beheer recreatiegebieden en routes
In onderstaande tabel zijn de beleidsprestaties met betrekking tot het beheer van groen voor de jaren 2016-2019 weergegeven.
Onderstaand de prestatie-indicatoren die voor het begrotingsjaar 2016 waren geformuleerd, met daarbij de realisatie.

Tabel Prestatie-indicatoren

Taak

Output

Nulmeting 2016

Begroting 2017

Realisatie 2017

Afwijking

6.2.1 Subsidiëren van (agrarisch) natuurbeheer

Natuurbeheer ha per jaar

28.000

27.700

26.741

959

Agrarisch natuurbeheer ha per jaar

13.500

15.500

13.315

2.185

6.2.2 Faunabeheer

Beperking  lasten Faunafonds (t.o.v. 2015)

4,2 mln.

+0,2 mln.

+3,3 mln.

3,1 mln.

6.2.3 Deelname recreatieschappen

Beheerd areaal ha per jaar

7.010

6.621

6.621

0

Toelichting op de output

Ad 6.2.1. In het provinciaal Natuurbeheerplan 2017 zijn de doelen voor het (agrarisch) natuurbeheer vastgelegd. Beheerders die daarvoor in aanmerking komen kunnen beheersubsidie aanvragen. M.i.v. 1 januari 2017 worden de subsidies natuurbeheer niet langer door RVO.nl beschikt, maar door Provincie Noord-Holland.
Ad 6.2.1 In totaal is voor Natuurbeheer 26.741 ha gerealiseerd:

  • SVNL-N van vóór 2017, opgave RVO.nl per 31/12/2017: 13.062 ha
  • SVNL-N vanaf 2017, beschikkingen Provincie Noord-Holland, Subsidies: 13.679 ha

In 2017 is circa de helft van de beschikkingen vernieuwd. Hierbij zijn in aanvragen landschapselementen weggelaten, die in 2018 alsnog worden aangevraagd, nu de aparte subsidie daarvoor is opengesteld. Voor Natuurmonumenten gaat het bijvoorbeeld om 120 ha uit de oude beschikking die voor 2017 niet is aangevraagd.
Voor Agrarisch natuurbeheer is 13.315 ha gerealiseerd:

  • SVNL-A van vóór 2016, opgave RVO.nl per 31/12/2017: 585 ha
  • SVNL-A vanaf 2016 (ANLb), aanvraag werkelijk beheer 2017 ligt nog ter beoordeling, waarbij van de 14.421 ha maximaal 12.730 ha voor subsidie in aanmerking komt.

De systematiek van SVNL-A maakt dat er overigens méér beheerd wordt dan de hectares waaraan de betaling gekoppeld is (“lump sum”).
In 2017 zijn subsidies verstrekt voor de volgende leefgebieden: open grasland, open akker/akkerfauna, droge dooradering, natte dooradering en agrarisch waterbeheer. Door de inzet op kwaliteit wordt er méér beheer in minder gebieden gedaan. Op een kleiner areaal, de kerngebieden, is er sprake van intensiever beheer. De agrarische collectieven bepalen jaarlijks wat de omvang van gerealiseerd beheer is, binnen een bandbreedte van (vanaf 2017) 11.185 ha tot 12.863 ha. Door aflopende oude contracten en een extra impuls in 2018 komen hier in 2018 extra hectares bij (439 ha aangevraagd). Naast het natuurbeheer is er in 2017 ook nog 291 ha agrarisch waterbeheer gerealiseerd (financiering waterschappen). De meerjarenprognose is te optimistisch in omvang en wordt naar beneden bijgesteld naar 13.500 ha voor de jaren 2018-2021.
Ad 6.2.2. Een kernopgave van het faunabeleid vormt de problematiek van de toenemende ganzenstand in verband met schade aan de landbouw, aan andere natuurwaarden en het gevaar voor de vliegveiligheid. In 2016 werd bekend dat de beleidsregel zomerplafonds ganzenschade van het Faunafonds niet juridisch houdbaar bleek. Reparatie van dit juridisch gebrek middels de Wet natuurbescherming (door het Rijk) bleek eveneens niet mogelijk. Dit alles leidde ertoe dat de tegemoetkoming in schade die de provincie verstrekt, niet kan worden gemaximaliseerd. Dit heeft ook in 2017 tot hogere lasten geleid. De totale kosten waren € 8,0 miljoen, inclusief uitvoeringskosten. Indien de ganzenpopulatie blijft groeien zullen de kosten van tegemoetkomingen in schade door de provincie via het Faunafonds, blijven toenemen.
Ad 6.2.3. In 2017 is het door de recreatieschappen aantal hectares beheerd areaal gelijk gebleven.

Wat heeft het gekost?

Meerjarenraming lasten (Bedragen * €1.000)

6.2 Adequaat beheerd groen

Ontwerp begroting 2017

Actuele Begroting 2017

Jaarrekening 2017

Bedrag verschil

Lasten uit algemene middelen

36.505

39.489

35.426

4.063

a. Natuur- en landschapsbeheer

19.181

20.017

19.202

815

c. Faunafonds

4.753

8.098

8.031

67

d. Flora en Faunabeleid

105

20

17

3

e. Recreatieschappen

9.157

7.528

7.439

89

f. Beheer NH pad

125

125

49

76

g. Subsidies beheer groene organisaties

2.173

3.035

2.917

118

Apparaatskosten

1.011

666

659

7

Afrekeningsverschillen 2017

0

0

-2.888

2.888

Lasten gedekt uit reserves

0

911

305

606

i. Reserve cofinanciering Waddenfonds

0

911

305

606

Toelichting op het meerjarenoverzicht lasten

a. Het budget voor het natuur- en landschapsbeheer is ingezet voor de subsidieregelingen voor (agrarisch) natuur en landschapsbeheer. De beheerkosten voor agrarisch natuurbeheer zijn uitgekomen op een bedrag van € 3 miljoen die voor natuurbeheer op € 14,9 miljoen. Hiernaast is er aan organisatiekosten van BIJ12 en RVO € 1,3 miljoen uitgegeven. De onderbesteding van € 815.000 wordt veroorzaakt door:

  • Er zijn minder subsidies aangevraagd voor de regelingen Open Akker en Natte - en Droge dooradering.
  • De behoefte aan ondersteuning voor aanvragen Kleine Natuurbeheerders is geringer gebleken dan aanvankelijk gedacht.
  • De groei van nieuwe terreinen is lager dan verwacht.
  • Lagere uitvoeringskosten RVO dan verwacht.

c. Vanuit dit budget zijn de uitvoeringskosten van BIJ 12 en de tegemoetkomingen in schade van het Faunafonds bekostigd.

d. Het budget Flora en Faunabeleid is ingezet voor onderzoeksopdrachten (o.a. een telling van de zomerganzen) nodig voor het ontwikkelen van beleid.

e. Uit het budget voor de recreatieschappen is de provinciale bijdrage ter dekking van het exploitatietekort van de recreatieschappen betaald. Dit conform de gemeenschappelijke regelingen die hiervoor aangegaan zijn.

Omdat wij t.a.v. het uittreden uit het recreatieschap Geestmerambacht nog met het recreatieschap in overleg zijn, wordt het restantbudget dat hiervoor na een eerdere betaling (een bedrag van ruim € 2,6 miljoen, zie onze brief aan uw Staten d.d. 10 april, 261875/934655) nog beschikbaar is, weer op de begroting geplaatst (lasten verhoogd, € 1,6 miljoen). Hiervoor zijn de niet bestede middelen uit 2017 bij de eerste begrotingswijziging 2018 beschikbaar gesteld voor 2018 (niet bestede middelen uit 2017, € 1,6 miljoen, voordeel).

f. Dit betreft de kosten voor het beheer, onderhoud, verbetering en communicatie met betrekking tot het Noord-Holland pad.

g. Dit budget is uitgegeven aan natuuronderzoek, soortenbescherming en landschapselementen, de participantenbijdrage aan het Goois Natuurreservaat, de subsidie voor de Faunabeheereenheid (incl. Ganzenbeheer), de subsidies aan de landelijke organisaties Fietsplatform en Wandelnet, een subsidie aan de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voor het begeleiden van wildbeheereenheden bij samenwerking en fusie, en de subsidie voor de boerenlandpadregeling (minder besteed, € 118.000, voordeel).

i. Dit betreft subsidies die verstrekt zijn op grond van de uitvoeringsregeling cofinanciering Waddenfonds Noord-Holland 2014. Hiervoor zijn vier subsidies verstrekt: aan Museumhaven Willemsoord voor het project “Een aangenaam verblijf”, aan Stichting Waterrijke Perspectieven De Cocksdorp voor het project “Werelderfgoed Waddenzee Uitkijkpunt”, aan Windmill film voor “Silence of the tides” en aan de Stichting Stelling Den Helder voor het project “Foodfort Westoever”. Omdat wij pas subsidies uit de reserve cofinanciering Waddenzee verstrekken als er subsidie is verstrekt door het Waddenfonds is de omvang van de verstrekte subsidies lager dan het subsidieplafond van de uitvoeringsregeling cofinanciering Waddenfonds (minder besteed, € 606.000, neutraal).