Ongedekte risico’s zijn alle risico’s waarvoor nog geen (of onvoldoende) maatregelen zijn getroffen om het risico af te dekken en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het gaat hierbij alleen om risico’s met een bruto effect van € 100.000 of meer.
Om de risico’s te kunnen vergelijken met de totale weerstandscapaciteit worden deze beschouwd over een periode van vier jaar. Per risico wordt beoordeeld of dit eenmalig is of terugkerend. Indien een risico eenmalig is, worden het effect van het risico en de kans dat het risico optreedt in de komende vier jaar, geschat. Indien een risico terugkerend is, worden het effect van het risico en de frequentie van het optreden van het risico geschat. Hierdoor wordt bij een terugkerend risico de mogelijkheid dat een risico in een periode van vier jaar meerdere keren optreedt, meegenomen.
Voor het berekenen van het bedrag wordt gebruik gemaakt van een simulatiemethode (Monte Carlo). In deze simulatie wordt het zich wel of niet voordoen van alle risico’s van de provincie met een computerprogramma 10.000 keer gesimuleerd. Een risico kan zich in de ene situatie wel voordoen en in de andere niet. Het bedrag van de ongedekte risico’s die zich voordoen, verschilt dan ook van simulatie tot simulatie.
Het resultaat van de simulaties heeft inzicht in het hele gebied van mogelijke uitkomsten met een kansverdeling. De hoogte van de ongedekte risico’s, die bij het bepalen van het weerstandsvermogen wordt meegenomen, is het bedrag waarmee met 99% kans de som van de risico’s maximaal is (er is dus 1% kans dat het totaalbedrag van de ongedekte risico’s de komende vier jaar groter is dan het berekende bedrag).Deze simulatiemethode geeft een beter beeld van hoe groot het totaalbedrag aan opgetreden risico’s kan zijn dan de methode die tot nu toe werd gebruikt. Bij simulaties wordt rekening gehouden met het feit, dat meestal in een bepaald jaar niet alle risico’s tegelijkertijd zich voordoen. Het is daarom methodisch beter om te simuleren dan om de risico’s bij elkaar op te tellen.
Voor de jaarstukken 2017 hebben wij ons gericht op het uitvoeren van het bestaande integraal risicomanagementbeleid volgens de geldende wetgeving en actuele kaders. Dit houdt het volgende in:

  • monitoren van wijzigingen bij de risico’s inventarisatie voor de jaarstukken 2017 ten opzichte van de begroting 2018;
  • inventariseren van risico’s kleiner dan € 2 miljoen en deze betrekken bij het bepalen van het weerstandsvermogen;
  • inventariseren van risico’s groter dan € 2 miljoen die een weerslag zouden kunnen hebben op het weerstandsvermogen van provincie Noord–Holland;
  • toelichten van risico’s met een omvang groter dan € 2 miljoen;
  • berekenen van het netto risicobedrag met behulp van de simulatiemethode;
  • bepalen wat het incidentele en het totale weerstandsvermogen is.

Mutaties van risico's in de jaarstukken 2017 ten opzichte van de begroting 2018


Afname ad € 4.144.000 door gewijzigde risico’s
Ten opzichte van de laatste inventarisatie voor de begroting 2018 is het bruto risicobedrag bij de jaarrekening 2017 met € 4.144.000 afgenomen door wijzigingen in risico’s. Dit wordt verklaard door vier mutaties. Een toelichting op deze risico’s wordt bij de individuele risico’s verderop in de paragraaf gegeven. Dit geldt voor de risico’s met een omvang van € 2 miljoen of groter. De risico’s kleiner dan € 2 miljoen zijn opgenomen in de tabel op de volgende pagina.
Toename ad € 18.200.000 door nieuwe risico’s
Bij de jaarstukken 2017 zijn drie nieuwe risico’s geïnventariseerd.
Afname ad € 56.894.000 door vervallen risico’s
Bij de jaarstukken 2017 zijn twaalf risico’s vervallen.

Risico's < 2 miljoen (bruto)

Bij de jaarstukken 2017 hebben wij in totaal € 8.954.000 aan risico’s die individueel bekeken kleiner zijn dan € 2 miljoen. Het totaal aan deze risico’s wordt betrokken bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Deze risico’s worden in deze paragraaf niet verder toegelicht.
Ten opzichte van de meest recente risico inventarisatie bij de begroting 2018 (€ 9.967.000), is het totaal aan risico’s kleiner dan € 2.000.000 met € 1.013.000 afgenomen.

Risico - inventarisatie bruto

Bij de inventarisatie van de risico’s voor de jaarstukken 2017 is het totaal bruto risicobedrag € 101.461.095. In vergelijking met de voorgaande inventarisatie voor de begroting 2018, is het totaal bruto risico’s afgenomen met € 42.838.000.

Risico - inventarisatie bruto (weergegeven in een tabel)


In de paragraaf weerstandsvermogen worden de risico’s met een omvang groter of gelijk aan € 2 miljoen toegelicht. Deze worden gerubriceerd zoals in de tabel hierboven weergegeven.

A. Juridische risico’s

De risico’s die hier worden benoemd zijn juridisch van aard. Het totaalbedrag van deze geïnventariseerde bruto risico’s is € 36.525.000.
Hiervan heeft € 4.425.000  betrekking op risico’s kleiner dan € 2 miljoen welke reeds in tabel ‘Risico’s met een omvang kleiner of gelijk € 2 miljoen (bruto)’ zijn gespecificeerd.
A31. Verkeerde Wet milieubeheerprocedure en fouten bij WABO - procedure (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 3.000.000

Terugkerend

1x per 20 jaar

4 Milieu

Continu

De provincie heeft de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de Wabo en de betrokken wetten gemandateerd aan de omgevingsdiensten. Als mandaatgever is en blijft de provincie verantwoordelijk voor de vermogensrechtelijke gevolgen van de namens de provincie genomen besluiten. Bij vergunningverlening bestaat er een risico dat onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen, ontheffingen of vrijstellingen worden verleend, gewijzigd of geweigerd, waardoor financiële gevolgen voor bedrijven of derden kunnen ontstaan. Ook kunnen er financiële gevolgen zijn door het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht. Mogelijk risicogevolg is dat bedrijven schadeclaims kunnen indienen bij de provincie en dat er afbreuk wordt gedaan aan het imago van de provincie. In voorkomende gevallen kunnen schadeclaims oplopen tot een bedrag van circa € 3 miljoen.
Beheersmaatregelen
Met de omgevingsdiensten zijn privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten over de eisen waaraan de vergunningverlening, toezicht en handhaving moet voldoen. In het geval  van tekortkomingen in de uitvoering van deze overeenkomsten door onzorgvuldig of on(des)kundig handelen van de omgevingsdiensten ligt de aansprakelijkheid bij hen tot het bedrag van de betreffende dienstverlening. Daarnaast hebben PS op 8 juli 2016 een verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht vastgesteld met daarin de kwaliteitscriteria waaraan de omgevingsdiensten moeten voldoen. Als opdrachtgever bewaakt de provincie of de omgevingsdiensten daadwerkelijk aan de afspraken en criteria voldoen.
A78b. Wind op land; (plan)schadeclaims vanwege gemiste opbrengsten en winst (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 8.500.000

Éénmalig

20%

4 Milieu

31-12-2028

Ter uitvoering van het coalitieakkoord is artikel 32 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (hierna PRVS) ingrijpend gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging en het daarbij behorende beleid worden de bouwmogelijkheden voor windturbines beperkt.
In de PRVS is een overgangsregeling opgenomen, die recht doet aan: (I) aanvragen voor een omgevingsvergunning, (II) aanvragen tot het wijzigen of vaststellen van een bestemmingsplan volgens de bepaling van toepasselijkheid als bedoel in artikel 2, sub b. PRVS, of (III) aanvragen tot het vaststellen van een inpassingsplan, ingekomen voor 11 april 2011. Daarnaast is in de PRVS een bepaling opgenomen die ziet op projecten gericht op herstructurering. In uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van artikel 32 van de PRVS.
Er zijn partijen die aangegeven hebben dat zij door deze wijziging schade ondervinden en mogelijk willen verhalen op de provincie.
A84 Vertraging werkzaamheden Wilhelminasluis (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 8.000.000

Éénmalig

25%

2 Bereikbaarheid

31-12-2018

De werkzaamheden aan de Wilhelminasluis lopen minimaal twee jaar vertraging op. Zowel Heijmans als de provincie worden hierdoor geconfronteerd met extra kosten. De gekozen beheersmaatregel is het hervatten van de ontwerp- en bouwwerkzaamheden door Heijmans en parallel de door partijen betwiste oorzaak voor de gerezen consequenties in tijd en geld voor te leggen aan de Raad van Arbitrage. De verwachting is dat de Raad minimaal een jaar nodig heeft om tot een uitspraak te komen. Vooruitlopend daarop is dit risico opgenomen in het weerstandsvermogen van de provincie met een risicowaarde van € 8 miljoen en een kans van 25%.
A86 HOV Schiphol Oost (nieuw t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 12.600.000

Éénmalig

49%

2 Bereikbaarheid

01-06-2019

Het risico is het vertraagd realiseren van het project HOV Schiphol Oost tegen vele malen hogere kosten door conflict met de aannemer over aanleg damwand en de kosten om de vertraging dientengevolge te mitigeren. De te treffen of reeds getroffen beheersmaatregelen om het risico te beheersen; juridische stappen om onderliggend conflict met de aannemer te slechten. verdelen van de risico’s met de projectpartners.
De actuele stand van zaken: bindend adviesprocedure die richting geeft voor wiens verantwoordelijkheid de vertragingskosten zijn, komt begin maart (2018) beschikbaar. Voor wiens verantwoordelijkheid de kosten voor het ontwerp en de aanleg van de damwand zijn, zal zoals het zich nu laat aanzien beslecht worden bij de rechter.

B. Beleidsrisico’s

Bij de jaarrekening 2017 zijn geen beleidsrisico’s geïnventariseerd met een omvang groter dan € 2 miljoen.

C. Bedrijfsvoeringrisico’s

Bij de jaarrekening 2017 zijn geen beleidsrisico’s geïnventariseerd met een omvang groter dan € 2 miljoen.

D. Financieringsrisico’s

De risico’s die tot deze categorie behoren, zijn risico’s die gepaard gaan met de financiering van provinciaal beleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 43.069.000. Hiervan heeft € 491.000 betrekking op risico’s kleiner dan € 2 miljoen. Deze zullen hier niet nader worden toegelicht.
D53a. Boekwaarde deelnemingen: Afvalzorg (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 12.600.000

Éénmalig

10%

4 Milieu

continu

De provincie beschikt over aandelen in Afvalzorg Holding (90%; de overige 10% zijn in handen van de provincie Flevoland). Indien de werkelijke waarde van een deelneming lager wordt dan die van de aandelen moet dit op de balans van de provincie worden gecorrigeerd. Dat geldt als een verlies voor de provincie Noord-Holland. Omdat Afvalzorg een zakelijke onderneming is, is dit risico altijd aanwezig. De boekwaarde van de aandelen bedraagt € 12.600.000 per 31-12-2017. Beheersmaatregelen: de provincie neemt deel aan alle Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van Afvalzorg en onderhoudt ook inhoudelijke contacten. Zodoende houdt de provincie zicht op de stand van zaken van de deelneming op onder meer financieel gebied. De belangen van de provincie worden nauwlettend bewaakt.
D53b. Boekwaarde deelnemingen: SADC (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 24.878.000

Éénmalig

5%

5 Ruimte

continu

De provincie beschikt over aandelen in Schiphol Area Development Company (25%; de overige aandelen zijn in handen van Schiphol en de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer). Indien de werkelijke waarde van een deelneming lager wordt dan die van de aandelen moet dit op de balans van de provincie worden gecorrigeerd. Dat geldt als een verlies voor de provincie Noord-Holland. Omdat SADC een zakelijke onderneming is, is dit risico altijd aanwezig. Beheersmaatregelen: de provincie neemt deel aan alle Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van SADC en onderhoudt ook inhoudelijke contacten. Zodoende houdt de provincie zicht op de stand van zaken van de deelneming op onder meer financieel gebied. De belangen van de provincie worden nauwlettend bewaakt.
D78. Lening Nationaal Restauratie Fonds (nieuw t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 5.100.000

Terugkerend

10%

7 Cultuur en Welzijn

01-01-2061

Het risico is dat de lening van (nu) € 5,1 miljoen (later € 9,1 miljoen) niet (volledig) wordt terugbetaald aan de provincie. De provincie heeft geld uitgeleend aan het Nationaal Restauratie Fonds (hierna NRF) dat het op haar beurt doorleent aan eigenaren van monumenten voor het herbestemmen/restaureren/verduurzamen van monumenten. Het NRF toetst of de ontvangers van leningen kredietwaardig zijn. Ook bekijkt het NRF in hoeverre voldoende zeker heid kan worden verkregen uit het te financieren onderpand. Verder worden incassokosten op de eigenaar verhaald. Doordat er rente-toevoeging aan het fonds plaatsvindt, kunnen de kosten van niet terugbetaalde leningen (als dat niet volledig wordt gecompenseerd door de verkoop van het onderpand) ook met de ontvangen rente worden gecompenseerd. Als er betalingsproblemen zijn dan overleggen het NRF en de provincie daarover. Momenteel is het risico maximaal € 5,1 miljoen, later zal dit toenemen tot maximaal € 9,1 miljoen.
Op dit moment is de provincie net gestart met het verbreden van het fonds, en is er nog betrekkelijk weinig geld door het NRF geleend aan eigenaren van monumenten. Ook zijn er momenteel geen betalingsproblemen met betrekking tot de verstrekte leningen.

E. Grondexploitatierisico’s

De risico’s die tot deze categorie behoren, hebben een relatie met het grondbeleid dat is verwoord in de paragraaf Grondbeleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 5.455.000. Hiervan heeft € 1.813.000 betrekking op een risico’s kleiner dan € 2 miljoen. Deze risico’s worden hier niet verder toegelicht.
E01. Anticiperende aankopen, materiële vaste activa (gewijzigd ten opzichte van de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 3.670.000

Éénmalig

10%

5 Ruimte

01-01-2025

Voor de uitvoering van het provinciaal grondbeleid zijn onder meer de kredieten voor anticiperende grondaankopen beschikbaar. Vooruitlopend op concrete gebiedsontwikkelingsprojecten worden ten laste hiervan grondaankopen gedaan. Hierin ligt een zeker risico besloten dat de economische waarde van deze grond op enig moment (in negatieve zin) afwijkt van de boekwaarde. Om dit risico af te dekken is hiervoor een bedrag in het weerstandsvermogen opgenomen. Dit bedrag is gerelateerd aan de boekwaarde van de anticiperende aankopen en materiële vaste activa is per ultimo 2017 van € 36,7 mln.

F. Risico’s Verbonden Partijen

De provincie voert in bepaalde gevallen beleidsdoelstellingen uit met behulp van samenwerkingsverbanden. Wanneer er sprake is van een financieel én een bestuurlijk belang voor de provincie of wanneer het samenwerkingsverband wordt verzelfstandigd in een publiek of privaatrechtelijk rechtspersoon, wordt dit samenwerkingsverband betiteld als verbonden partij. In deze rubriek worden die risico’s met betrekking tot de verbonden partijen benoemd waarvoor de provincie aansprakelijk is.
Het totaalbedrag van deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 16.149.095. Hiervan heeft € 1.990.000 betrekking op één risico kleiner dan € 2 miljoen die reeds in tabel 'Risico's met een omvang kleiner of gelijk € 2 miljoen (bruto)' zijn gespecificeerd.
F01. (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)Reservering investeringsfonds RON

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 11.086.095

Éénmalig

30%

5 Ruimte

31-12-2031

Het betreft het risico samenhangende met de door de provincie verstrekte renteloze lening aan de RON. De lening loopt tot het einde van de looptijd van de RON, of zoveel eerder als de RON kan aflossen. Het risico is dat de lening niet afgelost kan worden bij einde looptijd RON.
Tegenover het afgeven van deze lening heeft de provincie het  recht van 2e hypotheek verkregen op de betrokken gronden. Het is een incidenteel risico, waarvan de kans op optreden wordt geschat op 30%.

De risico’s worden beheerst door strikte sturing van de aandeelhouders op de ontwikkelingen binnen de RON en haar dochters, waaronder begrepen het jaarlijks bijstellen van de exploitatie.

  • Begin 2016 hebben PS en de raden van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad ingestemd met een pakket van maatregelen om een doorstart van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied mogelijk te maken. Het businessplan van de RON geeft aan dat einde 2035 de terreinen van RON zijn uitgegeven en de leningen zijn terugbetaald. In het geval dat de uitgifte van bedrijventerreinen niet volgens het businessplan kan plaatsvinden moet in het slechtste geval de lening van de provincie volledig worden afgeschreven.
  • Het risico betreft nu nog de omvang van de uitstaande lening ad €11.086.095.

F02. Borgstelling aan BNG i.v.m. krediet aan de RON (gewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 1.990.000

Éénmalig

30%

5 Ruimte

31-12-2030

Het betreft het risico samenhangende met de door de provincie afgegeven borgtocht aan de BNG in verband met de door de bank verstrekte financiering van de RON en haar dochtervennootschappen. De financiering loopt van begin 2016 tot en met 2030.
De afgegeven borgtocht aan de BNG is opgenomen in de jaarrekening. In maart 2018 is de borgtocht verlaagd van € 70 miljoen naar € 52 miljoen in totaal. Het provinciale deel van de borgtocht is hiermee verlaagd naar € 26 miljoen. Er is een contragarantie van Havenbedrijf Amsterdam voor 1/3 deel van dit bedrag. Tegenover het afgeven van de borgstellingen aan de BNG, hebben de aandeelhouders het eerste recht van hypotheek op de gronden Hoogtij verkregen. Deze gronden zijn medio 2015 getaxeerd op een waarde van € 62,5 miljoen. Inmiddels zijn er ruim 20 ha aan gronden verkocht. Hierdoor resteert er nog 41 ha van de gronden op Hoogtij. Op basis van voornoemde taxatie zou de grond die resteert € 46,02 miljoen waard zijn. Op basis van de kredietfaciliteit van € 52 miljoen en de waarde van de resterende grond wordt het potentiële risico als volgt berekend: € 52 miljoen - € 46,02 miljoen = € 5,98 miljoen. Het provinciale aandeel in dit risico is 1/3 deel, te weten € 1,99 miljoen. Het is een incidenteel risico, waarvan de kans op optreden wordt geschat op 30%. De risico’s worden beheerst door strikte sturing van de aandeelhouders op de ontwikkelingen binnen de RON en haar dochters, waaronder begrepen het jaarlijks bijstellen van de exploitatie.
F50. Dividenduitkeringen (gewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de begroting 2018)

Risicobedrag

Éénmalig of terugkerend risico

Kans van optreden

Programma

Einddatum

€ 3.073.000

Terugkerend

1x per 5 jaar

4 Milieu
5 Ruimte
7 Cultuur en Welzijn

31-12-2018

In de jaarrekening 2017 zijn de totale dividendinkomsten geraamd op € 12.290.000, toegerekend aan een zevental deelnemingen. Deze mogelijke inkomsten zijn een risicopost, doordat pas na afloop van een boekjaar bij een deelneming blijkt of het verwachte positieve resultaat is behaald.
Omdat de dividendinkomsten deel uitmaken van de structurele dekkingsmiddelen, reserveren we volgens besluitvorming van Provinciale Staten 25% van de geraamde inkomsten als onderdeel van de Algemene Reserve. Voor hetzelfde bedrag wordt een netto-risico in de risicodatabase opgenomen. Daarmee wordt het risico afgedekt dat 25% van de geraamde dividenden niet tot uitkering komt.  Het risico is structureel, doordat het zich elk kalenderjaar opnieuw kan voordoen. De kans dat dit risico zich voordoet is laag.  De impact van het risico wordt beperkt door de dividendinkomsten voorzichtig te ramen. Daarnaast vinden jaarlijks diverse overleggen met de deelnemingen plaats waarin mogelijke risico’s binnen de bedrijfsvoering worden besproken en eventueel maatregelen kunnen worden genomen. Tenslotte kan in bepaalde gevallen worden gekozen voor een dividenduitkering uit in het verleden behaalde winsten.